Totaal aantal pageviews

zaterdag 25 mei 2013

Dannenberg

Arent Sloet tot Tweenijenhuizen was kind van Anna Judith van Echten en Coenraad Willem Sloet tot Lindenhorst. Hij trad in 1755 – hij was toen 32 – in het huwelijk met de zeer rijke en veel oudere Anna Dannenberg, een patriciërsdochter uit Steenwijk. Zij was toen reeds 63 jaar oud en kon hem geen kinderen meer geven. In 1758, drie jaar na zijn huwelijk, stond Arend al te boek als de op één na rijkste inwoner van de provincie met het formidabele vermogen van 179.980 gulden!

Het echtpaar woonde eerst in Steenwijk en vestigde zich vervolgens op de havezate Oldruitenborgh (te Vollenhove), die Arent van zijn kinderloze oom van moederszijde Philip Gerrit van Echten tot Oldruitenborgh had geërfd, en die hij met geld, dat voornamelijk van Anna afkomstig was, had vergroot (1764). Een jaar na Anna's overlijden hertrouwde Arent in 1766 met de in 1741 geboren Johanna Philippina van Dedem tot de Gelder, uit welk huwelijk drie zoons en drie dochters opgroeiden.
In 1764 verbouwt hij Oldruitenborg, en begint met het aankopen van allerlei stukken grond, die uiteindelijk het huidige landgoed Olruitenborgh zouden gaan vormen. Op 25 mei 1786 is Arent baron Sloet van Tweenijenhuizen, Oldruitenborgh, Hagensdorp en Ter Heyl in Vollenhove op 64-jarige leeftijd overleden.
Kort na de boedelscheiding op 3-1-1789 volgde het huwelijk tussen de 39-jarige vrijgezel Willem de Lille en de 48-jarige weduwe van Arent Sloet. Deze weduwe kreeg de helft van de nalatenschap toebedeeld, waaronder havezate Ter Heyl bij Roden die Arent in 1783 had gekocht. Arent Sloet en Willem de Lille kenden elkaar. Niet alleen uit de 'politieke wereld' van Vollenhove en Steenwijk, maar ook door financiële transacties.
Willem de Lille (1750-1810) was een bekend patriot en advocaat. In 1779 werd hij stadssecretaris van Steenwijk. De Zwollenaar De Lille promoveerde in 1767 te Franeker.
Hierbij de aankondiging van het huwelijk van Anna en Arend, de titelpagina van de dissertatie van Willen, Twee Nijenhuizen, alsmede de titelpagina van het Leids proefschrift van Egbertus Dannenberg uit 1715.










Er is nog een Dannenberg die in verband kan worden gebracht met Sjakoo's voorouders: de weduwe van Jacobus Dannenbergh.
In het voorjaar van 1729 vanaf 29-3-1729 loopt een juridiche procedure rondom een obligatie van 200 Glds tegen Claes Jans Huijsman, Eijsse Reijnders, Jacobus Lycklama, Dirk Boldewijn, erven Hendrik Coops Duiven en anderen met dreiging van beslaglegging etc.. Deze obligatie is verstrekt door Alijda Calkman, de weduwe van Jacobus Dannenbergh.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten