Groenewoud

Sjakoo's vader, Gerard Peeters, is een der oprichters van de Nijmeegse wilervereniging Groenewoud.

Onderstaande zou de optekening op 26 juni 1707 van de geboorte van Grietje Michiels te Steenwijk kunnen zijn. Haar ouders zijn dan Michiel Tomas(?) en Dirckjen Berens.

Na het overlijden in 1954 van Sjakoo's oma, Femmigje Smit, kregen de nabestaanden van steenhouwerij Posthumus een rekening voor het op een reeds bestaande steen bijvermelden van oma's naam. Opa en oma werden bij elkaar begraven.

Verre voorvader?

Sjakoo weet het niet zeker, maar bijgaand document uit het doopregister van Blokzijl van 3 februari 1695 zou wel eens de geboorteakte van Jan Claessen Huijsman kunnen zijn.

De Schans

Sjakoo vraagt zich af of het, al was het alleen maar uit cultuur-historisch perspectief, wel zo verstandig is woningen te gaan bouwen op de Kamp.

Jo en Koos

Tante Geugje de Ruiter en oom Andries Mol hadeen behalve dochter Femmie nog een dochter Jo. Zij trouwde met de Meppeler Koos Touwen. Hierbij hun huwelijksfoto.

De laatste eer

Begravenisvereniging 'De laatste eer' stuurde in 1942 bijgaand betalingsbewijs naar aanleiding van het begraven van Sjakoo's opa Meindert de Ruiter.

Deze martiale figuur is Wicher de Ruiter, de vader van Geert (de Grootoge?). Heel toepasselijk zit hij als militair te paard.

Henny ten Veen

Op deze foto (uit de jaren dertig?) zien we Sjakoo's moeder, Geertje de Ruiter, en haar vriendin Henny ten Veen (dochter van Steven de Pater) op de Beitel.

Een pokkenbriefje uit 1910

Opnieuw een pokkenbriefje: ditmaal dat van Sjakoo's oom Wolter de Ruiter.

Bokser

Sjakoo heeft geen idee wie deze bokser is. De foto zat in de nalatenschap van zijn ouders.

Arend en Grietje

Arend Greven en Grietje Michiels trouwen te Steenwijk op13 juli 1727. Arend blijkt  soldaat te zijn geweest.

Een (jeugd)portret van Sjakoo's moeder Geertje de Ruiter.

Een inenting uit 1906

Het pokkenbriefje van Sjakoo's tante Bertha de Ruiter.

Femmie Mol, dochter van Sjakoo's tante Geugje de Ruiter en oom Andries Mol, trouwde met de Amsterdammer Wim Jongenelen. Femmie overleed al op jonge leeftijd.

Marrygje en Dirk

Op 23 mei 1739 trouwt Marrygje Alberts met Dirk Hermanszen. Deze laatste was al getrouwd geweest met Boerrigje Jans. Marrygje en Dirk zijn afkomstig uit Kalenberg.Het zijn de ouders van Aafje (Aagje) Dirks.

Wijcher Jans Ruijter en Geesje Dorus krijgen op 5 december (!) 1762 een zoon Jan. Hij wordt gedoopt te Blokzijl.

Twee Geertjes

Sjakoo's moeder, Geertje de Ruiter, op latere leeftijd, samen met haar kleindochter Geertje. De foto is genomen in het huis aan de Vondelstraat.

In dienst

De pensioenraad gaf een overzicht van de militaire loopbaan van Sjakoo's vader, Gerard Peeters.

Een schuld uit 1691

Wijcher Jans Ruiter en Grietje Reinders gingen in 1691 een lening aan van honderdvijftig gulden. Dat was voor die tijd voor bewoners van Muggenbeet een flink bedrag. Was Jan Wijchers Zootjes familie?

Boerderijnamen

Ervaring heeft geleerd dat vóór het jaar 1300 alleen incidentele vermeldingen van boerderijen voorkomen in (schenkings)oorkonden en in een enkel goederenregister van een klooster. Echte boerderijnamen komen daarin zelden voor, maar wel buurschaps-, perceels- en landschapsnamen die later ook gebruikt werden voor boerderijen.
Het woord ‘boerderij’ komt overigens in oude stukken niet voor. De meest voorkomende kwalificaties zijn mansus, bona, goed, hofstede, erve en goed, katerstede, daghuurdersplaatsje, boerenplaats, adellijk goed, havezate en buitenplaats. Het onderscheid tussen boerderijen, landhuizen en buurtschappen is dus niet altijd even duidelijk. In de middeleeuwen vielen deze geografische eenheden vaak samen. Het achtervoegsel '-inge' had de betekenis ‘behorende tot’. Deze namen ontstonden dus in een bepaalde periode. Wanneer je dus zoekt naar een -inge-naam dan is de ouderdom daarvan, met enig geluk, te achterhalen. J. van Engelen van der Veen publiceerde in zijn artikel 'Aanteekeningen uit de kerkelijke geschiedenis van Oldemarkt, Paaslo en IJsselham' enige namen van 'boerderijen' uit 1336. Sjakoo vermoedt dat deze vestigingsplaatsen tot de eerste in Steenwijkerwold behoren.

Rossinghe, Westebringe, Schukkinge, Rotterdinghe, ten Beke, ter Crucht, Holtinghe, Oestebringhe, Plumpinghe, Honinghe, Bassinghe, Vrederinghe, Levekinghe, Haginghe, Walderdinghe, Iestebringhe, Muelringhe, Lantinghe, Hebinghe en Robertinghe.

Van circa 1500 noemt hij de volgende:

Nannemans guet to Lantinge, Astebringe, groete Peter Henricks guet, Vrederinge, ther Kruicht, ten Holle, Hylbringe, Wibben guet in Weestebringe, Rotterscamp, Schijrwolde, olde Koenick lant up die Haere, Foppe Vrancken lant up die Haere, Ancken guet up die Haere, olde Sappinck, Peter Clerckens guet to Verensinge, Enekinge up Wolt, Segeringe up Wolt, die Woert, Tijacker, Honinge stege, Boprgelant, Kuenermaete landt,  Abbekenshoeve, Ebinge lant, die Nije maden, Amkinge.

Was Scheerwolde van oorsprong een boerderij? Het gehucht De Basse is vermoedelijk ontstaan rond het erf Bassinghe.

Oma

Sjakoo's oma Femmigje de Ruiter-Smit in vol ornaat achter de tafel in de woonkamer. Het dressoir op de achtergrond is ook Sjakoo nog goed bekend.