Totaal aantal pageviews

dinsdag 30 november 2010

Rooie Dorp, 14

Ons huis had een woonkamer en een voorkamer. In die voorkamer was geen verwarming. Als het koud werd, gingen de tussendeuren tussen woon- en voorkamer dicht en werd de voorkamer nauwelijks nog gebruikt. Het was meer de 'nette' ontvangstkamer. In de woonkamer stond een soort potkachel die door middel van een lange pijp met de schoorsteen was verbonden. In mijn herinnering stond er altijd een rekje met drogend wasgoed omheen. 's Avonds was het de kunst de kachel niet uit te laten gaan, zodat mijn vader, die als eerste opstond, de kachel voor de rest makkelijker kon aanmaken. Kolen waren in het 'schuurtje': deel van een lage aanbouw aan het huis waarin ook de keuken en de wc te vinden waren. Om kolen te scheppen moest je eerst naar buiten. Verrassend genoeg gold dat ook voor het toilet: je moest eerst de keukendeur uit om het toilet in te kunnen. Dat toilet was voorzien van een tonnetje. Eens per week kwamen enge mannen deze tonnen wisselen met hun boldootkar. In de keuken was het over het algemeen lekker warm: er werd gekookt en er werden gerechten op petroleumstellen warm gehouden. Wel moesten de leidingen 's winters goed worden ingepakt tegen bevriezing door de vorst. Ooit had er een grote oven gestaan, maar de schouw werd gebruikt voor andere dingen. De tobbe, waar we een keer in de week in moesten, werd ook in de keuken klaar gezet. Mijn moeder kookte er ook de was in grote teilen op het gasfornuis. Het kolenschuurtje herbergde ook de fietsen en het gereedschap. In de woonkamer was een trap naar de kelder. Daar werden bij gebrek aan een koelkast etenswaren goed gehouden, stonden ingemaakte en geweckte spullen en werden de aardappelen opgeslagen.

maandag 29 november 2010

Rooie Dorp; 13: venters

In de vijftiger en zestiger jaren kwamen verscheidene middenstanders met hun produkten in de straat en/of aan huis. Daar was b.v. de groenteboer (ome Toon), de bakker met een handkar (Hetebrij, de man van Ten Berge), de melkboer (ik moest wel met een steelpannetje een mengel of een oort melk halen) die aparte afdelingen in zijn tank had voor pap en vla, de eierboer (Van der Lende), de aardappelboer, de kolenman, de petroleumventer en zelfs iemand die mooi wit zand verkocht om na het schrobben in te strooien. En dan heb ik het nog niet over straatmuzikanten als 'Mozart'.
Verder kwamen allerlei onverdachte types achterom om geld op te halen; zoals Bierman voor de huur. Deze had een stijve middelvinger vanwege fijt.

vrijdag 26 november 2010

Rooie Dorp, 12: Winters.

Op de hoek van de Tulpstraat en de Westwijkstraat woonde aan de ene kant het gezin van Lange Jante (nog verre familie) en aan de andere de familie Winters. Zoon Piet was ongeveer van Sjakoo's leeftijd. De zus van Sjakoo was wel bevriend met Boeli (later getrouwd met Hans en op een gegeven ogenblik woonachtig aan de Paul Krugerstraat boven een oom van Sjakoo). Het meest intrigerende aan de familie was het bordje 'prive-detective' bij de voordeur. Dat sloeg op een oudere broer van Piedewietski.

donderdag 25 november 2010

Rooie Dorp 11: Jansen

Sjakoo was af en toe kameraad met Arnold Jansen. Deze woonde toentertijd in de Irisstraat. Arnold had drie broers: Wim (pianostemmer), Harrie en Jan. Vader Jan stond als lapjeskoopman op verschillende markten en was verder tevens muzikant (drummer). Arnold trouwde met een buurmeisje (Westerveen). Zijn oma woonde vlakbij aan het Irisplein. Sjakoo was klasgenoot van Arnold op school C en op de mulo (Julianaschool).

dinsdag 23 november 2010

Rooie Dorp, 10: Koefte

In de Rozenstraat woonde in de jaren vijftig en zestig een paar huizen voorbij Jantien van Piet de familie Van Hien. Vader, moeder en twee kinderen: Meine (ging later door het leven als Menno) en Judith. Hun bijnaam was 'de koefte'. Volgens mijn moeder zat de familie nog ergens in de 'parremetoasie'. Vader Roelof was nog een blauwe maandag actief bij Bethel.

woensdag 17 november 2010

Hildo Krop

Voor de fameuze Steenwijker kunstenaar Hildo Krop verwijs ik graag naar: http://www.hildokrop.nl/. Hierbij een afbeelding van zijn bekende oorlogsmonument uit Rams Woerthe.
Graag wijs ik er op dat Krop zoon was van een banketbakker die zijn nering had aan de Markt. Zijn specialiteit 'Steenwijker goudmoppen' werd nog jaren lang op dezelfde locatie in een mooi trommeltje verkocht.


Rooie Dorp, 9

Vooraan in de Rozenstraat, ter hoogte van de Leliestraat, woonde de familie Posthumus. Sjakoo was zo af en toe kameraad met Kees (de Breier). In de tuin van het gezin was een steenhouwerij. Sjakoo heeft nog een keer samen met Kees en zijn grootvader een grafsteen per handkar vervoerd naar de katholieke begraafplaats aan de Meppelerweg. Zo te zien staat de betreffende wonig nu te koop.

dinsdag 16 november 2010

Rooie Dorp, 8: Slaaplied

Stonden buurtkinderen vroeger wel eens onder Sjakoo's raam te zingen 'Sjakoo mag niet speulen, Sjakoo mot naor bedde toe' wanneer hij niet langer buiten mocht blijven; mijn ouders vertelden mij dat men het vroeger wel zo bont maakte door bij een familie (ik weet helaas niet meer welke) voor het raam het volgende schone lied te zingen:
Remmeltien en Jettien dat is me een paar;
Die koken het eten niet hallef gaar;
Dan te laf en dan te zout;
Zo zijn Remmeltien en Jettien getrouwd!

maandag 15 november 2010

Rooie Dorp, 7: Jantie van Piet

Op het hoekje van de Leliestraat en de Rozenstraat woonde de familie Ten Veen. Ik weet niet anders of men sprak van Jantien van Piet als het over de vrouw des huizes ging. Het gezin kende verscheidene kinderen, o.a. Aaldert, Hannes, Goosem, Hans, Froukje(?), Alie(?) Hannes woonde op een gegeven moment in het 'Gaankien' en Aaldert (de Koel) was voerman bij Van Gend en Loos.

vrijdag 12 november 2010

Oplettende burgers

De Koninklijke Bibliotheek te Den Haag is de enige plek in Nederland waar een exemplaar (78 E 71:4) wordt bewaard van het 'Reglement voor de wakende burgers, der stad Steenwyk'. Het betreft een ordonnantie, uitgegeven door de magistraat van de stad op 22 december 1781, uitgegeven bij Obbo Spanjaard te Steenwijk. Het werkje telt acht pagina's en ik ben heel benieuwd naar de (patriots getinte?) inhoud.

donderdag 11 november 2010

Rooie Dorp, 6

De Bloemenbuurt heette bepaald nieet alleen vanwege de rode dakpannen Rooie Dorp. Het gros van de bewoners van de wijk was van socialistische huize. In verkiezingstijd hing bij ons, net als bij vele gezinnen, een uitstekend verkiezingsbord aan het raamkozijn: pvda.
We deden onze dagelijkse boodschappen bij de coop aan het Irisplein (bij deze winkel kon je ook rustig na sluitingstijd of in het weekeinde terecht: achterom). Op zaterdag werden daar de boodschappen van de hele voorgaande week afgerekend (lang heb ik gedacht dat boodschappen gratis waren).
Mijn grootouders waren al fel socialistisch. Toch was oma pragmatisch. Aangezien sommige boodschappen elders goedkoper waren, verzon ze een list. Zo deed ze goedkopere jam in een coop-potje; hetgeen mijn grootvader menigmaal de gezegde ontlokte: 'Femme, wat een lekkere jam heeft de coop toch'.

woensdag 10 november 2010

Dominee Van Leenhof

Frederik van Leenhof (1647-1712) studeerde theologie in Utrecht en Leiden en was predikant in binnen- en buitenland. In het begin van zijn loopbaan was hij buitengewoon gecharmeerd van de opvattingen van Cartesius en Coccejus. De opvattingen van de Nadere Reformatie konden niet allemaal op zijn goedkeuring rekenen. Hij profileeerde zich met zijn pubblikaties tegen de puriteins-pietistische opvattingen. Vooral het aspect van zaligheid in het hiernamaals kon rekenen op zijn afkeuring. In het latere deel van zijn carriere schoof hij op wat zijn ideeen betrof in de richting van Spinosa. Hij riep een storm van protesten over zich af toen hij publiceerde over het bevorderen van blijdschap en het verminderen van droefheid, zowel individueel als politiek. Zie zijn 'Hemel op aarde' uit 1703. Zijn werk verscheen te Amsterdam voornamelijk bij Van Someren en Goeree, in Zwolle bij Hakvoord. In enkele provincies werd Van Leenhofs werk verboden. De Zwolse kerkeraad bleef hem steunen. De Zwolse classis en de Overijsselse synode bleven tegen hem, maar ook het Zwols stadsbestuur stond aan zijn kant. Toen hij in 1708 in Zwolle werd afgezet, werd dat niet door het stadsbestuur erkend. In 1710 nam hij evenwel zelf ontslag.
In 1706 verscheen bij Daniel Oostendorp te Kampen bijgevoegd pamflet. Hierin is sprake van een synodevergadering uit 1704 te Steenwijk waarin het probleem-Van Leenhof aan de orde werd gesteld: http://tempo.idcpublishers.info.access.authkb.kb.nl/protected/djvu/H-2500-15553/view.php?djvuopts&zoom=page&thumbnails=true (geauthorizeerde toegang). Van Van Oostendorp (fl. 1693-1713) zijn in de STCN slechts acht titels bekend.

Leenhof2
Leenhof1

vrijdag 5 november 2010

Rooie Dorp, 5

Van de 43 jaar dat mijn ouders op hetzelfde adres woonden in de Leliestraat, woonde de familie Greveling 39 jaar naast hen. Het protestants-christelijke gezin had vier kinderen: 3 jongens (Reint, Roelof (?), Henk [het enfant terrible van de familie]) en 1 meisje (Jenny). De laatste had een relatie met de nogal klein uitgevallen Herman (‘dwergindiaan’). Vader Wolter (?) (skeefnekkie) hield kippen in de tuin. Sommige daarvan droegen brilletjes.
Een van de zoons is later gesignaleerd als trambestuurder in Amsterdam.
Zie voor de familie Greveling ook: http://familie-grevelink.toeto.com/

Memoriaal

Elias van der Souw

In 1771 verscheen bij Clement in Zwolle (wilde men in Steenwijk er zijn vingers niet aan branden?) het 'Extract uit het memoriaal der stad Steenwyk of Copie der resolutie van de heeren van den magistraat [...] van den 26 mey 1770, genomen over de handelwyse van do. Elias van der Souw'. Het pamflet gaat over het conflict dat deze dominee had met zijn Steenwijker confrater Rotterdam. Het werk is gedigitaliseerd: http://tempo.idcpublishers.info.access.authkb.kb.nl/protected/do_search.php (geauthorizeerde toegang). Van der Souw (1725-1780) was getrouwd met Lydia ten Hoven (1734-1779). Van haar is enig dichtwerk bekend.

Memoriaal

donderdag 4 november 2010

Steenwijker drukkers

Van alle tot nu toe bekende Steenwijker drukkers en uitgevers ('t Zangers, Ketel, Van Dorsten, Walles, Van Wieringen, Budders, Spanjaard en Stuyfzand), zijn van de familie Stuyfzand de meeste uitgaves overgebleven. Hier volgen er nog eens drie, waaronder twee van de Joannes Stuifzand Sluiter. Dit is de zoon van de dichter Willem Sluiter. Hij is ook degene die het meest in aanmerking komt voor het auteurschap van de uitgekipte gezangen: een populaire bloemlezing pietistische poezie. De Steenwijker druk is de oudst bekende.


Sluiter Stuifzand2_1

woensdag 3 november 2010

Overijssels weekblad

In mei 1790 verscheen er een soort proefaflevering van een nieuw te publiceren Overijssels Weekblad tot nut van 't Algemeen. Men kon zich op het werk intekenen. In de stocklist zien we bekende uitgevers als De Chalmot, Clement, Tijl en Brouwer, maar ook de Steenwijker Obbo Spanjaard. Van hem zijn slechts weinig publikaties bekend. Hij is tevens uitgever geweest van de Steenwijker Almanak.

Steenwijk1 Steenwijk2

dinsdag 2 november 2010

Dirk van Baerdt

Dirk van Baerdt (1619-1692) wordt in 1639 grietman van Weststellingwerf. Hij blijft dat tot 1673. Dan neemt het geslacht Van Haren de taken over. Van Baerdt publiceerde in 1662 bij de Steenwijker drukker Hendrik Stuyfzandt een bundel geestelijke poezie: Sondekraem ter bekeerde saligheyt. Een jaar eerder verscheen bij dezelfde drukker een theologisch geschrift: Tapytje der geestelijcke ende wereldtlijcke heerschappije; in 1664 nog 'De aerdtsche hemel-jaght'. Tevens editeert hij in 1663 aantekeningen bij het nieuwe testament. In het rampjaar schijnt hij een knap staaltje moed te hebben betoond door samen met anderen de vestingstad Blokzijl te ontdoen van Muensterse troepen.

maandag 1 november 2010

Ruitersporen

Er zijn verscheidene typisch Steenwijker familienamen. Ik noem slechts Greveling en Lugtmeier. Tot deze catergorie behoort ook De Ruiter. Voor deze familienaam en de geschiedenis van de verschillende geslachten verwijs ik graag naar: http://www.ruitersporen.nl/. De voorvaderen van de huidige De Ruiters zijn eigenlijk altijd sinds het jaar 1600 in de Kop van Overijssel woonachtig gebleven, omgeving Blokzijl-Muggenbeet, of met het veen mee opgeschoven naar de Stellingwerven.