Totaal aantal pageviews

maandag 28 november 2016

Alexander Pieterson

Werd Alexander Pieterson in 1750 tot kerkmeester aangesteld, in 1760 was hij diaken, in 1765 werd hij koster. In 1760 speelde er een kwestie tussen de kerkeraad en deze Pieterson. Waar het precies om ging, is Sjakoo (nog) niet bekend. Getuige bijgaande brief (gemeentearchief Steenwijkerland inv. 14-119) is door de magistraat aan dominee Arnoldus Rotterdam gevraagd te bemiddelen. Hij schijnt evenwel ook een rol in het conflict te spelen en probeert verder afzijdig te blijven.

Hierbij een transcriptie van de tekst.
WelEdele Agtbare Heeren!
Den 8 April dezes Jaars 1760 door uwelEd Agtbare op den Raadhuize ontboden zijnde, en gelast, om het ten opzigte van de zaake van A. Pieterzon Diaken, en den Kerkenraad zo te bestieren dat die Broeder bij zijne eere en bedineinge bewaard, en aan de Resolutie van uwelEd. Agtb van dezelven dat uw voldaan wierde; hebbe ik te dezen gelegenheid in zeer beweeglyke termen aan uwelEd. Agtb. voorgedragen, dat het mij ondoenlijk was, de kerkeraad in dien staat blijvende, aldaar te verkiezen. Kiezende liever mij in 't vervolg buiten die vergadering te houden, tot Bewaring van de ruste myns gemoeds. Deez hebbe my ook ten zelven dage genegen getoont, die Vergadering bij te wonen, in hope dat aan de zo heilzame Resolutie van uwelEd. Agtb. zouden voldaan worden; Maar het tegendeel, gelyk de Heeren Ouderlingen uit de Magistraat bewust is, gebleeken zijnde, ten Eersten kerkeraadsvergaderinge gehouden den 28 Juny, hebbe mij verpligt geoordeelt, uwelEd. Agtb. te communiceeren, hoe zeer mij deze verwijderingen ter harte gaan, Gode biddende dat zijnen Regterhand verandere, terwijl het my een eere en voorregt zal zijn, altoos te toenen dat ik ben onder bede van alle heil
UweEdele Agtbare Heeren
onderdanige dienaar in Christus
Arnoldus Rotterdam




Geen opmerkingen:

Een reactie posten