Totaal aantal pageviews

woensdag 29 januari 2014

Sjakoo

Aan het begin van de 18e eeuw maakte de legendarische bendeleider en uit Duitsland afkomstige Jacob Frederik Muller, alias Sjako, Amsterdam onveilig. Al tijdens zijn leven deden er de meest fantastische verhalen over hem de ronde. De bekende schrijver Justus van Maurik vertelt in zijn boek "Toen ik nog jong was" (Amsterdam, 1901) over een ontmoeting met een oude man op de stoep van het zogeheten 'Fort van Jaco' in de Amsterdamse Jordaan. "Accoord, meheer! 'T was een moordenaar, een huisbreker, een dief, maar, hij had een rechtvaardig, edel hart". De oude man die dit in 1886 aan Justus van Maurik vertelde, had het zelf van zijn grootvader, en deze weer van zijn vader, die Jaco zelf had meegemaakt. Zo was na een paar generaties het beeld ontstaan van een Nederlandse Robin Hood, van een edelmoedig mens die alleen van de rijken stal. Maar Jacob Frederik Muller was een misdadiger van vlees en bloed, en op 6 augustus 1718 werd hij na radbraking in Amsterdam onthoofd. De executie van zijn bondgenoten volgde ruim een maand later, op 12 september 1718. Jacob Frederik Muller, alias Jaco of Sjakoo, is na zijn dood blijven voortleven. Misschien omdat in het Amsterdams Historisch Museum zijn inbraakladdertje, pistolen, koevoet en andere hulpmiddelen bewaard zijn. Misschien omdat de groep huizen waar hij zijn schuilplaats had, de romantische bijnaam had van 'fort', een benaming die wel meer gegeven werd aan een groepje huizen dat boven kleine buren uittorende. Het 'Fort van Sjako' bestond uit vier panden op de Elandsgracht, genummerd 71-77. In 1886 zijn ze gesloopt in opdracht van de nieuwe eigenaar, die er nieuwe huizen 'voor nette, fatsoenlijke ambachtslieden' liet neerzetten.

Sjako is de naam van een boekenwinkel, van een muziekgezelschap en van de hoofdpersoon in verscheidene boeken. Het is ook de naam van een kledingstuk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten