Totaal aantal pageviews

zaterdag 6 augustus 2011

Kappers wel en wee

Toen Sjakoo nog een kleine jongen was, ging hij met regelmaat op zaterdagochtend met zijn vader mee naar de kapper. De kapsalon was in de voorkamer van ome Siem Martin aan het Irisplein. Deze oom hanteerde de handtondeuse met vaardigheid. Ooit had hij een kapsalon gehad aan de Kornputsingel. Sjakoo gelooft dat ome Siem er op een bepaald ogenblik mee ophield, want zijn volgende herinnering is aan kapper De Boer (bijnaam Boevien) aan de Onnastraat. Dat was vanaf de Markt gezien even voorbij de doopsgezinde kerk aan de rechterkant. In Sjakoo's herinnering moest je een lange gang door naar een wachtkamer aan je linkerhand. Die wachtkamer zat altijd vol met oude (boeren)mannen met petten. Boevien was familie van Dina Keizer-de Boer, een goede vriendin van Sjakoo's moeder. Na enige kappersomzwervingen (b.v. een kapper met een leren vest in naar ik meen de Woldstraat) kwam Sjakoo aan de Markt (Smid?) terecht. De eerstkomende jaren (de mode was lang haar, dus Sjakoo kwam er niet al te vaak) was dat de vaste kapper. Een der eerste keren dat Sjakoo daar kwam, werd hij aangesproken met 'dag Steffens'. Hij heeft het maar zo gelaten, zodat hij jarenlang op die manier is aangesproken.



1 opmerking:

  1. Geert de Boer was een zoon van Klaas de Boer, en Klaas kreeg een verhouding met Engeltje van Huizen na het overlijden van zijn vrouw. Engeltje kreeg een Zoon van Klaas, Mijn Opa Geert Nicolaas Jonker ( de Boer) Engeltje was nog niet gescheiden van Roelof Gerrits Jonker, vandaar dat mijn Opa Geert de achternaam Jonker kreeg maar feitelijk een de Boer is. Het leuke is dat mijn Opa ook Kapperswerk deed en de bijnaam "de Boekes"had, afgeleid van "Bakkes, Bek, Zou graag foto,s willen.

    BeantwoordenVerwijderen