Totaal aantal pageviews

woensdag 8 december 2010

Even aanleggen in 1783

Volkert van der Plaats (1746-1806), uitgever en boekverkoper in Harlingen, maakte in de zomer van 1783 een reisje door Friesland, Drenthe en Groningen. Hij was in goed gezelschap van zijn echtgenote Anna Toussaint (1748-1803) en nog drie andere echtparen uit Harlingen: burgemeester Syds Hendriks Schaaf en zijn vrouw Trijntje Winia, med dr Gajus Andreae en diens vrouw Catharina Gratama, en notaris Augustus Robertus van Dalsen en diens vrouw Dieuwke Pesma. Men reisde in twee ‘toewagens’ en bekeek onderweg allerlei bezienswaardigheden, zoals de graftombe van Menno van Coehoorn in Wijckel, kerkinterieurs, tuinen van buitenplaatsen, dorpen, steden. Onderweg sliep men in logementen en herbergen, waar de slaaplaatsen niet altijd de goedkeuring van de dames konden wegdragen.

1783:
Vrijdag: Wij bevonden ons nu bijna op de scheiding van Friesland en na ingenomen berigten was t best, om onse nagtrust te nemen op Westerbecksloot [=Westerbeeksloot] waar na toe wij ons dan begaven ruim 6 uur langs een weg die meestal regt uitliep, bij een gegraven vaart, en aangelegd door de Hr Heloma. Quartier voor 7 bevonden wij ons aldaar, zijnde een herberg met een tuin daar agter, staande alleen en eenzaam, het Heerenlogement genaamd, of in ’t wapen van Drenthe. Het huis geeft een fraaij aanzien, dan wij kwamen daar te onpas, men konde zo veel slaapplaatzen als er nodig waren niet geven, en van eten was men niet voorsien, zo dat wij na overleg genomen te hebben besloten nog vandaar te vertrekken, te meer toen wij hoorden dat men in ¾ uur te Steenwijk konde komen, en in 1 ¼ uur te Meppelt. Wij kozen de naaste plaats, dog door belet van hooijwagens die ons ontmoeten, en door de smalle weg op hielden, kwamen wij te 9 uur dien avond aan te Steenwijk. De poort die wij inreden wierd wel netjes gerepareerd en vernieuwd. Wij vonden de stad florissanter als voorheen, het was er nu tamelijk levendig van menschen. In ’t logement het Posthuis wierden wij vriendelijk ontfangen en men had slaapplaatzen genoeg dan zij wierden alle niet even goedgekeurd, de avondmaaltijd die voor ons nog gereed gemaakt wierd, kond ook nog wel passeeren.

Saturdagmorgens tegen 8 uur van Steenwijk, na Meppel is 1 ½ uur ruim rijdens. Op deze weg die op zommige plaatzen niet onvermakelijk is, moet men een gids hebben. Het is bijna niet mogelijk, al vraagt men nog zoo naukeurig, den weg te vinden. Want bij voorbeeld als ons gezegd was de regterhand om te slaan, moeste het zijn de linker, denkelijk dat men meende des vragers hand, en niet des antwoorders.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten