Aan de Ramste(e)g(e) lagen volgens het Lexicon Steenwijks
Verleden de Gasthuiskamers: een rijtje eenkamerwoningen onder aan de stadswal
aan de westzijde van Steenwijk. Deze huisjes zouden in 1870 zijn afgebroken
voor de aanleg van de Kornputsingel.
Jaap Tuit heeft gepubliceerd over deze Gasthuiskamers in
zijn studie over het Steenwijker St. Katharinagasthuis. Hierbij legt hij geen
enkel verband tussen deze proveniershuizen en de Ramsteeg.
W. Scheenstra vermeldt in de Hist. Meded. 13 (1996) 1, 10-14
dat de Ramsteeg liep vanaf de hoek van de Korte Woldstraat richting
Gasthuisstraat; tegen de wal evenwijdig aan de tegenwoordige Kornputsingel. Hij
suggereert dat deze huisjes ooit voor armlastige bewoners zijn gebouwd.
Omstreeks 1528 zouden soldaten in barakken achter de Ramsteeg hebben gewoond, vaak met hun gezinnen. Dat
gebied was toen niet bepaald veilig terrein.
Bij de burgerlijke opstand in de jaren veertig van de 18de
eeuw speelde drankenhandelaar Harmen
Coops Fledderus een leidende rol die hem het leven heeft gekost. Deze
middenstander kon niet echt rekenen op de steun van het gewone volk. Hij moest
bewoners van de Ramsteeg zelfs met sterke drank paaien toen ze op een dag eisen
kwamen stellen bij zijn woning.
De kadastrale atlas van 1832 toont een rijtje woningen op de
plek die Scheenstra aangeeft.
Het zou zo kunnen zijn dat de Ramsteeg door heeft gelopen
van de Woldpoort naar de Gasthuispoort.
Volgens de bevolkingsregisters uit de periode 1850-1860
waren er acht huizen in de steeg met 44
bewoners.
Nog in 1870 woonde een zekere Karst de Dood aan de Ramsteeg.
Volgens de Opregte van 1 januari 1872 zijn toen 5 woningen in de Ramsteeg door
de gemeente (f. 50,- beneden de geschatte waarde) aangekocht voor f. 1350,-. De grond achter deze woningen
mocht niet langer door het Armenhuis gebruikt worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten