Op 21 december 1926 trouwen de beide in Steenwijk woonachtige Wiechertje de Ruiter (21 jaar) en Jan Kok (20 jaar). Jan blijkt slager van beroep. Beide getuigen zijn van de kant van de bruid: haar zwager Adriaan Mol (die hier slagersknecht wordt genoemd) en Lubbertus de Ruiter (arbeider). De laatste wordt geheel ten onrechte broeder van de bruid genoemd. Hij is haar neef.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten